Henk Helmantel in het Rijksmuseum?

museum-expositie-vrouwen-van-de-revolutie-11[1]

Ljoebov Popova, 1920, Vrouwen van de revolutie, t/m 18 augustus 2013 in het Groninger Museum

Afgelopen weekend heb ik zowel het Drents Museum als het Groninger Museum bezocht. In Assen waren Russische realistische schilderijen te zien en in Groningen expressionistische en abstracte werken van Russische schilders, verrassend mooi en interessant werk in beide provinciehoofdsteden. In Assen was het zaterdagmiddag 18 mei 2013 druk en raakte ik buitengewoon opgewonden van het woest wijzende, veel te dicht voor de grote schilderijen poserende en flitsende publiek. Ongestoord kijken was er met de daaruit voortvloeiende bezorgdheid niet bij. Complimenten uitgedeeld aan de zaalwacht die nota bene een wild gesticulerende rondleider verzocht wat meer afstand tot de schilderijen te bewaren.

Een dag later in Groningen was het rustig en prettig kijken. Ik vraag me af hoe dat kan. Trekt abstract werk ander publiek dan realistisch? Of is het misschien een gender kwestie? In Assen hing voornamelijk propagandistisch werk van mannelijke hand, in Groningen waren de schilderijen van uitsluitend vrouwelijke makelij.

Als kijker zie ik objecten het liefst bloot, dat wil zeggen: niet achter glas. Als erfgoedbewaker echter heb ik publiek toegankelijke objecten het liefst achter kogelvrij glas, je weet nooit wat voor gekken voorbij komen in openbare instellingen. Ik geloof niet meer in (kunst)educatie en grote bezoekersaantallen; het zegt niets over kwaliteit. Groot publiek is schadelijk voor kunst.

Ten slotte vind ik het doodeng dat musea worden afgerekend op bezoekersaantallen. Krijgen we straks alleen nog realistische kunst voorgeschoteld? Henk Helmantel in het Rijksmuseum?